
Elaha Sedighi – Op 19 februari 2014 heeft de rechtbank Overijssel [1] zich hierover uitgesproken. De nieuwe vennoot is niet aansprakelijk voor de reeds bestaande schulden van de vennootschap onder firma (‘vof’).
Feiten
Gedaagde is op 19 oktober 2011 toegetreden als vennoot van de vof Adviesgroep De Regge (‘De Regge’). De Regge is een assurantietussenpersoon. De Regge heeft eind 2005/begin 2006 en 2010 werkzaamheden voor eiseres verricht. Op 10 augustus 2012 is deze Vof overgedragen en voortgezet door [R] als eenmanszaak.
Eiseres is van mening dat De Regge wanprestatie hebben gepleegd, dan wel onzorgvuldig, althans onrechtmatig jegens eiseres hebben gehandeld. Gedaagde stelt dat hij niet aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap die zijn ontstaan voordat hij toetrad als vennoot.
Beoordeling
Artikel 18 van het Wetboek van Koophandel bepaalt: “In vennootschappen onder eene firma is elk der vennooten wegens de verbindtenissen der vennootschap, hoofdelijk verbonden”. Of de bestaande schulden ook over gaat indien een nieuwe vennoot erbij komt is hier niet uit af te leiden.
Op 15 maart 2013 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over aansprakelijkheid (en de vraag wie te dagvaarden) in geval van een maatschap. De rechtbank leidt uit de overweging af dat de Hoge Raad voor persoonlijke aansprakelijkheid van een vennoot voldoende vindt: 1) dat na toetreding van de vennoot een deel van de (gestelde) schuld is ontstaan, of 2) dat na toetreding van de vennoot de opdracht is aanvaard. Of de vennoot persoonlijk iets met de opdracht te maken heeft gehad, is niet van belang.
De rechtbank ziet geen aanleiding om te veronderstellen dat de situatie van een vof op dit onderdeel relevant verschilt van die van een maatschap. Vennoten in een vof zijn op grond van artikel 18 Wetboek van Koophandel hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de vof, dus ook als zij met de uitvoering van die opdracht niets te maken hebben gehad.
Gedaagde is vennoot geweest van de vof in de periode van 19 oktober 2011 tot 10 augustus 2012. Vast staat dat de opdrachten, ook in de visie van eiseres, zijn gegeven in 2006 en 2010. De opdrachten zijn dus niet aanvaard nadat gedaagde vennoot is geworden en zij kan dus ook niet op deze grond aansprakelijk worden gehouden. Naar het oordeel van de rechtbank kan evenmin gezegd worden dat (een deel van) de schuld is ontstaan nadat gedaagde]vennoot is geworden. In deze zaak is de schuld ontstaan voordat gedaagde vennoot werd.
De conclusie moet zijn dat gedaagde niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de door eiseres ingestelde vorderingen.
Jureka
Heeft u vragen omtrent ondernemingsrechtelijke kwesties, neem dan vrijblijvend contact op met Jureka voor advies.
—
[1] ECLI:NL:RBOVE:2014:1056.